Blog | Aanbesteden: Wat - Hoe? (editie week 14)

De laatste bijdragen gingen over de mogelijkheden om een overeenkomst tussentijds te wijzigen; zonder dat er opnieuw moet worden aanbesteed. Een overeenkomst mag alleen zonder heraanbesteding worden gewijzigd als er met succes een beroep wordt gedaan op een uitzondering in de artikelen 2.163b ev. van de Aanbestedingswet. De aanbesteder moet daarbij aantonen dat de wijziging aan alle voorwaarden van de gekozen uitzondering voldoet.

Maar wat nu als de overeenkomst toch wordt gewijzigd zonder uitzondering en zonder nieuwe aanbesteding?

Op basis van het doel van de uitzonderingen en de bijbehorende rechtspraak wordt een gewijzigde opdracht gezien als een nieuwe opdracht. Voor deze nieuwe opdracht moet worden beoordeeld of deze Europees aanbesteed moet worden. Als dat het geval is, maar er geen Europese aanbesteding plaatsvindt, kan de opdracht worden vernietigd op grond van artikel 4.15 van de Aanbestedingswet. Een voorbeeld van zo'n procedure is een vonnis van de rechter in Arnhem.

Het wijzigen van een overeenkomst zonder aanbesteding kan dus grote gevolgen hebben. Omdat een procedure voor vernietiging vaak meer dan een jaar duurt, wordt vaak tegelijkertijd een kort geding aangespannen. Dit kort geding heeft als doel snel duidelijkheid te krijgen over de rechtmatigheid van de wijziging. De reden hiervoor is hetzelfde als bij de vernietiging: de wijziging is ten onrechte niet Europees aanbesteed.

Daarom is het belangrijk om goed na te denken over de mogelijkheden om een wijziging door te voeren, en de risico’s van een dergelijke wijziging in kaart te brengen.