Overslaan en naar de inhoud gaan Overslaan en naar de footer gaan Overslaan en naar de zoekbalk gaan Overslaan en naar de navigatie gaan

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:

Omvang van concessie-opdracht moet gebaseerd zijn op reëel te behalen omzet.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de omvang van een concessie-opdracht bepaald moet worden op basis van de reëel te behalen omzet, en niet op de maximaal te behalen omzet.

Dit besluit heeft belangrijke gevolgen voor de wijze waarop aanbestedende diensten de waarde van concessie-opdrachten inschatten en de aanbestedingsprocedures uitvoeren. 

De gemeente Hilversum, vertegenwoordigd door Suzanne Brackmann, had betoogd dat de raming van de omzet gebaseerd moest zijn op reële verwachtingen. Het Gerechtshof heeft dit standpunt gevolgd en benadrukt dat de raming een op reële verwachtingen gebaseerde taxatie van de omzet moet zijn, rekening houdend met de marktomstandigheden ten tijde van de aanbesteding. De aanbestedende dienst moet daarbij een objectieve methode hanteren, waarbij ook rekening moet worden gehouden met mogelijke opties en verlengingen die omzet genereren. 

Testimonials

“Samen met Suzanne hebben we de zaak grondig voorbereid. Zij heeft hierbij de gemeente Hilversum op zeer deskundige wijze geadviseerd en begeleid met als uitkomst dit succesvolle resultaat.”
Maartje Geertman
Teammanager Juridische Zaken, Inkoop en Subsidie - gemeente Hilversum
Gerechtshof

Voorschriften volgens de Aanbestedingswet

De Aanbestedingswet bevat specifieke voorschriften voor de bepaling van de omvang van een opdracht. Bij concessie-opdrachten gelden echter aanvullende regels, gezien het unieke karakter van dergelijke opdrachten. De wet vereist dat de omvang van de opdracht gebaseerd wordt op de omzet die de opdrachtnemer bij de toekomstige uitvoering kan behalen. 

Onze betrokken specialist in deze zaak:

Lees meer over Suzanne Brackmann
foto suzanne brackmann
foto suzanne brackmann

Suzanne Brackmann

Advocaat - Senior partner